Vlam

Schuimende morgen

en mijn vuren lach
drinkt uit ontzaggelijke schalen
van lucht en aarde
den opalen dag 

 

Poëzieanalyse

Het gedicht begint met een strofe van maar één regel en de volgende strofe is een kwatrijn.  Het vrij grote verschil in lengte van de eerste strofe ten opzichte van de tweede strofe is erg opvallend. Het lijkt erop dat de open ruimte tussen de eerste en tweede strofe puur bedoeld is om ruimte te geven aan het gedicht. De titel doet vermoeden dat het gedicht iets met vuur te maken heeft, terwijl je na het lezen van het gedicht erachter komt dat dit puur metaforisch bedoeld is. De verwachting die de titel schept voldoet dus niet aan het uiteindelijke beeld dat de lezer heeft van het gedicht.

Beeldspraak

Na de eerste keer lezen van dit gedicht is direct duidelijk dat beeldspraak een erg belangrijke rol speelt. Bijna alle woorden die worden gebruikt, behoren wel tot een vorm van beeldspraak.

De eerste beeldspraak die je tegenkomt is 'schuimende morgen'. Dit is een vergelijking zonder als. 'schuimende' is hierin het beeld en het object is 'morgen'. De morgen wordt hierdoor voorgesteld als iets dat overvloed kan bieden.

'lach' is een metafoor voor het object 'mond'. Door de mond als een lach te beschrijven, wordt aangegeven dat er sprake is van een blij gevoel, er is vreugde.

'vuren lach' is een  vergelijking zonder als. Het beeld is 'vuren' en het object is 'lach'. Door de lach hier te vergelijken met 'vuren' wordt deze als iets dat nog krachtiger is dan een gewone lach voorgesteld.

 'mijn vuren lach' is een metonymia voor het object 'ik'. Door deze metonymia wordt de ik-figuur als één en al krachtige vreugde voorgesteld.

'drinkt' is hier metafoor voor het object 'opnemen, ervan genieten'. 'de opalen dag', die later in het gedicht voorkomt, wordt hierdoor als iets beschreven waar je van kan genieten.

'ontzaggelijke schalen' is een vergelijking zonder als. Het beeld is hier 'ontzaggelijke' en het object 'schalen'. Door de schalen als ontzaggelijk te beschrijven, wordt aangegeven dat 'de schalen' enorm groot zijn.

'schalen / van lucht en aarde' is een vergelijking met als. Zoals met 'ontzaggelijke' al werd aangegeven, worden enorme schalen bedoeld in dit gedicht. Wanneer men 'lucht en aarde' als schalen zou voorstellen, gaat het hier ook meteen om iets enorm groots. 'lucht en aarde' moet in dit gedicht worden gezien als een dimensie van de ruimte, iets dat een schaal in het klein ook is. Deze dementie wordt later in het gedicht gevuld met 'de opalen dag', wat als beeldspraak gezien moet worden. 'lucht en aarde' nemen 'de dag' met zich mee, deze bevind zich hiertussen. Door deze vergelijking worden ook twee extra elementen genoemd in het gedicht. Men kan nu zeggen dat alle vier de elementen, in een bepaalde vorm, voor zijn gekomen in het gedicht. We hebben namelijk 'vuren' voor vuur gezien, 'drinken' voor water en 'lucht en aarde' voor lucht en aarde.

'de opalen dag' is een vergelijking zonder als. 'opalen' is hier het beeld en 'dag' is hier het object. De dag wordt door de vergelijking met de edelsteen 'opaal' als iets moois omschreven.

Rijm

De meest opvallende vorm van rijm in dit gedicht is de eindrijm van tussen 'lach - dag'. Door deze rijm wordt heel duidelijk gemaakt dat er een verband is tussen 'lach' en 'dag', wat extra moet benadrukken dat de ik-figuur de dag met een lach tegemoet gaat.

Verder is er een keer sprake van binnenrijm, namelijk tussen 'opalen - schalen'. De functie van deze binnenrijm is waarschijnlijk het extra nadruk leggen op opalen, om nog een keer duidelijk te maken hoe mooi de dag is.

In het gedicht is veelvuldig gebruikt gemaakt van de klinkerrijm op de klanken 'a' en 'aa'. De klinkerrijm op 'a' vind je in de volgende woorden terug: 'lach', 'ontzaggelijke' en 'dag'. De klinkerrijm op 'aa' vind je in 'schalen', 'aarde' en 'opalen' terug.

De laatste rijm die in dit gedicht gevonden kan worden, is voorrijm. Dit verband is er namelijk tussen de woorden 'en - den' aan het begin van regel twee en vijf. Deze voorrijm zorgt ervoor dat de tweede strofe duidelijk een geheel is. 'en' geeft het begin van de eerste regel van dit geheel aan en 'den' kondigt de laatste regel aan.

Stijlfiguren

'van lucht en aarde' is een opsomming. Deze opsomming is gemaakt om ervoor te zorgen dat alle vier de elementen in het gedicht terug komen, zoals bij beeldspraak al is uitgelegd.

Samenvatting

Het gedicht gaat over iemand die inziet dat de morgen belangrijk is voor de rest van de dag en bepaald wat het hem gaat bieden. Dit legt hij in de eerste strofe uit. Ook ziet hij in dat de morgen hem heel veel kan bieden, wat wordt uitgelegd in de tweede strofe. Hij geeft namelijk aan dat hij met grote vreugde de dag 'drinkt', wat moet worden geïnterpreteerd dat hij de dag nuttig gebruikt en het 'drinken' niet laat staan. Dit alles brengt hem tot het inzicht dat de dag zo mooi is als een 'opaal'.